Het Garde-uitje 28 en 29 september.
Baarle-Nassau (N) en Baarle-Hertog (B).
Donderdag 28 september.
Met regen vertrokken we rond 9 uur uit Uden. De weergoden waren ons echter gunstig gezind, want het werd uiteindelijk een prachtige dag. En ook op vrijdag hadden we niet te klagen over het weer.
Na de koffie met gebak in ”den Engel” zijn we naar het kaarsen museum gewandeld. Dit lag maar een paar passen van ons hotel af. Desondanks zijn we een keer of 5 de grens overgestoken.
In het museum kregen we informatie over de aanwezige kaarsen. Kunststukken op zich.
Frits Spies (van oorsprong een Fries) heeft vooral in het tweede deel van zijn leven aan zijn kaarsen gewerkt. Gemiddeld had hij een jaar nodig om zo’n gevaarte te maken. De kaarsen die hij vervaardigde waren gebaseerd op religieuze gebeurtenissen. Een vorm van religieuze kunst dus.
Er stonden ongeveer 25 meesterwerken en de grootste kaars was 2 ½ meter hoog en woog 145 kg.
De vervaardiging van deze kaars omvatte, met tussenpauzes, zo’n 10 jaar.
Na de uitstekende Vlaamse lunch liet onze gids ons kennis maken met Baarle-Nassau/Baarle-Hertog. Ik denk dat we deze keer 25 maal de grens tussen Nederland en België zijn gepasseerd. Behalve de drukte in het plaatsje was er niet zoveel te zien, maar de interessante anekdotes betreffende de gebeurtenissen i.v.m. de grens, maakten van de wandeling een ontzettend boeiende en soms ook best wel komische belevenis.
De 1e Wereldoorlog heeft daarbij een zeer bepalende rol gespeeld in Baarle-Nassau/en Baarle Hertog. Zoveel Belgische puzzelstukjes in een neutraal Nederland.
Na de rondleiding heeft Jan v. V. ons wat overblijfselen van de 1e W.O. laten zien. O.a. de dodendraad en een van de wachthuisjes.
Op de draad stond 2000 Volt, met de bedoeling om Belgische vluchtelingen te beletten naar Nederland uit te wijken.
De middag werd afgesloten op de ”ranch van J.R. in Dallas”, althans toen we aankwamen, leek het alsof we zo de serie inreden.
We werden hartelijk ontvangen, met een hapje en een drankje, door de zwager van Jan. (een oud inwoner van de gemeente Uden.)
Al jaren werkt hij in de kalverhandel. De dieren worden bijna volledig automatisch verzorgd. De moeite waard om dit een keer te zien, zeker als je op dat gebied een leek bent.
Toen terug naar den Engel waar we genoten van een uitstekend diner.
De avond werd afgesloten met enkele afzakkertjes en vervolgens gingen we druppelsgewijs ons bed op zoeken, niet zeker wetend of het in Nederland of België stond. Misschien zijn er onder ons enkelen, die voor de eerste keer met ”twee nationaliteiten” hebben geslapen. De voordeur bepaalde alles, maar je wist het nooit zeker.
Het was een zeer geslaagde dag.
Vrijdag 29 september.
Uiteraard werd de dag begonnen met een prima ontbijt. Een goede bodem voor de rest van de dag en dat bleek ook wel nodig te zijn.
We gingen op weg naar het Schrobbelèr museum, waar we d.m.v. een ”leuke” uitleg kennis hebben gemaakt met de kruidendrank, die zo genoemd wordt.
We hebben geproefd, geproefd, en nog eens geproefd, vandaar die bodem….
Maar goed dat we nog naar ’s-Hertogenbosch moesten, anders waren we in polonaise door het museum gegaan.
De Schrobbelèr is te vergelijken met een Schipperke, of een Jägermeister. Al of niet met Carnaval, smaken zal het zeker!
Na de lunch in den Druiventros in Berkel-Enschot reisden we naar het Provinciehuis.
De gids nam ons eerst mee naar de bunker. Deze bunker werd in de jaren zestig, tijdens de ”koude oorlog”, gebouwd als bescherming tegen een eventuele atoomaanval.
Het was alsof je een spannende spionage- of oorlogsfilm instapte, toen we in de commandokamer en de zendkamers belandden. Prachtig om even op deze manier kennis te maken met het tijdsbeeld van de zestiger jaren.
De gids besteedde ook aandacht aan de vele kunstvoorwerpen die in het Provinciehuis aanwezig zijn.
Via de ”dikke deur” brachten we ook even een bezoek aan de Statenzaal
en nadat we met de lift naar de 23e verdieping waren geweest hadden we een indruk van het ”Provinciehuis”.
Het afsluitende diner vond plaats in ”Huize St.-Jan. Hier werden we verwend met heerlijke gerechten.
Kortom, alles bij elkaar weer een geslaagd Garde-uitje.
Jan en Mary, namens alle Gardisten, hartelijk bedankt voor jullie inzet.